Moria
Het Moria vluchtelingenkamp deed dienst als één van de ‘hot spots’ op het Griekse eiland, Lesbos. Het werd geopend in 2014 als een doorstroompunt voor vluchtelingen die via Turkijke naar Europa kwamen en de Mediterraanse zee overstaken per boot. Echter sinds de EU-Turkije deal zaten een groot aantal vluchtelingen vast op het eiland en Moria was voor velen meer een woonplaats dan een doorreispunt.
De asielprocedures duurden extreem lang en daardoor zaten er meer dan 5000 vluchtelingen in onzekerheid in een kamp dat was ontworpen voor niet meer dan 2300 bewoners. Tegen het einde van 2017 steeg het totale aantal inwoners van het kamp zelfs tot meer dan 7000. Moria voelde als een gevangenis, waardoor de vluchtelingen die op zoek waren naar vrijheid, zich nog meer opgesloten voelden. Een groot deel van de bewoners had last van psychische problemen. Deze problemen begonnen in hun land van herkomst, tijdens hun vlucht of anders in het kamp.
Etnische gevechten vonden op dagelijkse basis plaats en ook waren er berichten van verkrachting en (seksuele) mishandeling. Het kamp was een groot risico voor de gezondheid, doordat er bergen met afval opgestapeld lagen en er geen hygiënische infrastructuur was. Een stijgend aantal NGO’s verliet het kamp door deze omstandigheden, maar ook door het gebrek aan steun en communicatie van de Griekse overheid.
In september 2020 brandde het kamp volledig af.